Microsoft Flight Simulator X: Steam Edition Guide

Garmin G1000 for Microsoft Flight Simulator X: Steam Edition

Garmin G1000

Overview

De Garmin G1000 glas cockpit was ooit een revolutie in General Aviation. In de FSX-Steam Edition versie v10.0.62615.0 zijn er drie vliegtuigen met een G1000 glass cockpit versie. Er zijn er natuurlijk meer, maar deze behoren tot de ‘stock-aircraft’ die met FSX-SE meekomen: Cessna C172SP Skyhawk, de G1000 Mooney Bravo en de G1000 Beechcraft Baron 58 G1000.We gaan de glas cockpit G1000 behandelen, een vlucht componeren met SIMBRIEF en uiteraard met de G1000 vliegen. De meeste van jullie zullen zeker meerdere schermen hebben. Zet deze webpagina links of rechts van het scherm waar je FSX op verschijnt. Neem een van de drie vliegtuigen en laat je, al lezend, verrassen!

Welkom bij de G1000 glas cockpit

De G1000 heeft twee grote displays waarop de meest gebruikelijke instru-menten van een klein vliegtuig te zien zijn. Alles is gemakkelijk leesbaar en er zijn ook enkele nieuwe features.

De G1000 displays –de primary flight display informatie links (PFD) en de multifunctionele display rechts (MFD) geven je hierdoor een beter beeld van de prestaties, positie en stand van het vliegtuig. In feite zijn de G1000functies een concurrent voor de instrumenten die gebruikt worden in de cockpits van de vele vliegtuigen! Maar je zal zien dat, zodra je gewend bent aan het vliegen met een glazen cockpit, het moeilijk is om terug te gaan naar de ouderwetse metertjes.

In een simulator is de beste manier om iets te leren, het gewoon te doen. De G1000 is intuïtief ontworpen. In dit artikel zullen we ons beperken tot de hoofdzaken. Je krijgt hier een overzicht de belangrijkste functies van de G1000 en hoe je deze moet gebruiken. Je kan daarna de meeste basistaken, die je gewend bent om te doen tijdens het vliegen onder Visual Flight Rules (VFR), met de G1000 uitvoeren.
Wanneer we een aantal van de meer geavanceerde IFR functies bespreken, raden we je aan om bij [link] de echte -real-world- G1000 handleidingen (gratis) te downloaden voor een meer gedetailleerde uitleg van fijne kneepjes van de echte G1000.

Wat zijn de hoofdzaken

De G1000 in FSX-SE laat niet alle functies van het G1000-model zien. In dit G1000-model zie je het meeste van wat je zou gebruiken op een typische VFR of IFR vlucht.

Het overzicht

In de Virtual cockpit view zit je in een 3-D cockpit met de twee G1000 displays voor je. Je kunt in- en uitzoomen door op het isgelijkteken (=) en streepje (-) te drukken. Om rond te kijken, gebruik je de ‘hat’-switch op de joystick, de toetsen op je numerieke toetsenbord, of je muis. Een van de beste manieren om rond te kijken in de cockpit is de nieuwe mouse-look-functie: Houdt de spatiebalk ingedrukt en beweeg de muis.
In een 2-D cockpit view zit je recht voor de voorkant van een 2-D-G1000 PFD met rechts daarvan alleen de motorinstrumenten zichtbaar op de MFD.
Noot: druk op A om tussen virtual cockpit en cockpit te schakelen.
Je kunt andere panelen weergeven door te klikken op de bedieningspaneel iconen, of door te drukken op SHIFT + 2 tot SHIFT + 6.

Extra panelen zijn onder andere: (de shift+n is afhankelijk per aircraft)

  • Autopilot (Shift+2)
  • Pop-up Multi function display (MFD) (Shift+3)
  • Pop-up Primary Flight Display (PFD) (Shift+4)
  • Traditionele back-up gauges (Shift+6)
  • Engine controls en switches (Shift+7) (Shift+8)
  • Compass

Vergeet niet om naar buiten te kijken. Met twee grote schermen voor je is het moeilijk je voor te stellen waarom je naar iets anders zou willen kijken dan de G1000. Maar vooral met Visual Flight Rules (VFR), moet je rondom je heen kijken wie er nog meer vliegt. Dus niet fixeren op de G1000! Voor een betere zichtbaarheid in de 2-D Cockpit kan je het G1000 2-Dpaneel met een mini-panel van traditionele instrumenten om alle instrumenten helemaal weg te halen. (Druk 4x op de letter W). Je kunt ook het 2-D panel semi-transparant te maken! (Options>Settings>Display>Aircraft>Slider>2D panel transparency)

Je kunt slepen en het formaat van elk van deze panelen wijzigen. Dit is vooral handig als je meerdere monitors gebruikt. Je kunt de pop-up’s van de PFD en MFD bijvoorbeeld slepen naar de tweede monitor en het formaat wijzigen, zodat je zowel de PFD en de MFD op hetzelfde scherm kunt zien.

Knoppen en Toetsen

De PFD en de MFD zijn beide voorzien van dezelfde knoppen en toetsen. Om de knoppen en toetsen op de G1000 te bedienen, gebruik de muis net zoals je dat met de hand zou doen in een echte cockpit. Je kunt de functie of naam van elke knop of toets weergeven door de cursor er overheen te bewegen. Zie je geen ‘tooltip‘ kijk dan even bij Options>Settings>Display>Aircraft> en zet het vinkje aan bij Show cockpit Tooltips.

Knoppen

De G1000 bevat twee soorten instelbare knoppen: enkele knoppen [NAV-HDG-ALT] en dubbele knoppen. Dubbele knoppen [CRS-BARO] hebben een grote knop met een kleine knop er boven op. Om een knop te draaien, beweeg je de cursor over de knop. Een hand met ofwel een – (minteken) of een plusteken (+) verschijnt. Wanneer de hand met het minteken verschijnt, klik je op de knop om naar links te draaien. Wanneer de hand met het plusteken verschijnt, klikt u op de knop naar rechts te draaien. Om een knop in te drukken beweeg je de cursor over de bodem van de knop tot de cursor verschijnt zonder plus- of minteken. Klik vervolgens op de knop. Je kunt ook het muiswiel gebruiken om de knoppen te draaien. Beweeg de cursor over de knop tot de cursor verandert in een hand, en dan rollen het muiswiel om de knop te draaien.

Toetsen

Om een toets in te drukken, plaats je de cursor over de toets en klik je erop. Opmerking: Je kunt ook uw toetsenbord van de computer gebruiken om de knoppen en toetsen op de G1000 bedienen. Er zijn geen sneltoetsen standaard toegewezen, maar je kunt deze zelf in de kolom Keyboard van Options-Settings-Controls aanmaken.

Softkeys

Softkeys zijn toetsen die via software geconfigureerd worden om verschillende functies te doen in verschillende situaties. Een knop kan dus meerdere doelen dienen. De softkeys aan de onderkant van zowel de PFD en MFD bieden je toegang tot tal van functies en pagina’s in de G1000. Als er tekst boven een softkey staat, dan is het een actieve softkey. Er op drukken zal dan ook effect hebben. Opmerking: Om terug te keren naar een vorig niveau van een softkey druk je op de softkey BACK.

De Primary Flight Display (1)

De primary flight display (PFD) toont alle informatie net zoals op een traditionele snelheidsmeter, attitude indicator, hoogtemeter, verticale snelheid indicator, horizontale situatie indicator of draaicoördinator. De PFD toont ook de communicatie en navigatie-radio-informatie, vliegplangegevens, een INSET bewegende kaart, buitentemperatuur, transponder status en de tijd van de dag.

Wij gaan nu even door de diverse knoppen en bediening heen:

NAV Frequentie Venster

De Navigatie (NAV) frequentie (PDF links boven) toont de actieve en standby frequenties voor de VOR/ILS ontvangers (NAV1 en NAV2), evenals de identificatie van een geldige, geïdentificeerde navigatiehulp [PAE en SEA]. De actieve frequentie per radio staat aan de rechterkant [110.60] en de stand-by frequentie staat aan de linkerkant. Het cyaan omrande rechthoekje (links) geeft aan welke stand-by frequentie wordt ingesteld met de knop <NAV>.

Hoe wissel je de stand NAV frequentie en de actieve NAV frequentie?
  • Druk op de NAV frequentie Toggle toets.
Hoe stem je af op de stand-by-frequenties voor de NAV ontvangers?
  • Draai de NAV frequentie knop.
  • De grote knop wijzigt de MHz (links+rechts boven) en de kleine knop (links+rechts onder) wijzigt de kHz. Er zijn dus 4 contactvlakjes.
  • Om de cyaan gemarkeerde box tussen de velden NAV1 en NAV2 te schakelen, druk je op de kleine knop.

Navigatie Status Bar

De Navigatie statusbalk geeft de vliegplan informatie weer bij het vliegen van een route gemaakt met de Flight Planner of de G1000 Direct-to functie:

  • Het eerst volgende waypoint (WPT)
  • Afstand tot het volgende waypoint (DIS)
  • Gewenste track naar het volgende waypoint (DTK)
  • Huidige track (TRK) Navigatie aankondigingen (onder de witte lijn)

COM Frequentie Venster

Het Communicatie frequentie venster (COM) geeft de actieve en stand-by frequenties voor VHF zendontvangers (COM1 en COM2).
De actieve frequentie per radio aan de linkerkant en de stand-by frequentie aan de rechterkant.
De cyaan omrande box geeft aan welke stand-by frequentie zal worden ingesteld met behulp van de <COM>knop.

Hoe stem je de stand-by-frequenties af op de COM- ontvangers?
  • Draai de COM frequentie knop.
  • De grote knop wijzigt de MHz (links+rechts boven) en de kleine knop (links+rechts onder) wijzigt de kHz. Er zijn dus 4 contactvlakjes.
  • Om de cyaan omrande box tussen de velden COM1 en COM2 schakelen, druk je op de kleine knop.

Hoe wissel je de stand-by-COM frequentie en de actieve COM frequentie?
  • Druk op de COM frequentie Toggle toets.

Airspeed indicator

De airspeed indicator toont op een bewegende band de snelheid in de lucht. De snelheid wordt getoond zowel numeriek en met maatstreepjes op de tape. De snelheidsbereiken worden weergegeven op een met kleur gecodeerde strip. Een vliegsnelheid trend vector (de paarse lijn) aan de rechterkant van de airspeed tape geeft bij benadering de luchtsnelheid die in zes seconden zal worden bereikt als gevolg van de versnelling van het vliegtuig.

De ware luchtsnelheid TAS (is de aangegeven luchtsnelheid gecorrigeerd voor niet standaard temperatuur en druk) wordt onder de luchtsnelheid tape weergegeven.
Naast de airspeed tap zie je de (3) bugs die de referentie-snelheden aangeven.

Vspeed

Referenties (ingesteld met de TMR/REF functietoets) maken het gemakkelijk om bepaalde snelheden te vliegen, zoals de minimum Glide Range Speed, de beste stijghoek en beste stijgpercentage. Deze gegevens vind je terug in de Aircraft References (Kneeboard>Reference)
Tevens is er een Timer die bediend wordt met de ENT toets: START? > STOP? > RESET?

Hoe verander je de Vspeed en zet je de VSpeed bug aan of uit?
  • Druk op de TMR/REF functietoets.
  • Draai de grote FMS knop (rechtsboven) om het veld Vspeed te markeren.
  • Draai de kleine FMS knop om de gewenste snelheid te selecteren, en druk op de toets ENT. (Er verschijnt een sterretje* naast de KT* aanduiding om aan te geven dat je de referentie snelheid veranderd hebt.)
  • Draai de grote FMS knop om de cursor te verplaatsen naar de Off /On veld.
  • Draai de kleine FMS knop om Uit (links) of Aan (rechts) te selecteren en druk op de toets ENT.
  • Druk op de TMR/REF functietoets om het venster te sluiten.

De Primary Flight Display (2)

Attitude Indicator

De houding van het vliegtuig ten opzichte van de horizon wordt weergegeven via de grote blauwe hemel, de bruine grond en de witte horizon lijn die de breedte van de PFD aangeeft.
De Attitude Indicator geeft graden van de pitch en graden van de rol.

Slip/Skid Indicator

De Slip/Skid Indicator is de kleine bar onder de Roll Pointer. Het beweegt weg van de Roll Pointer om slip of skid aan te geven, net als de bal op een traditionele draai coördinator.

Altimeter

De hoogtemeter geeft op een bewegende band de barometrische hoogte in feet. De hoogte wordt weergegeven zowel numeriek als met maatstreepjes op de band. Een hoogte trend vector (paarse lijn) aan de linkerkant van de hoogte tape geeft de geschatte hoogte die, gezien de huidige verticale snelheid, in zes seconden wordt bereikt. Een referentie hoogte kan worden ingesteld in het vak boven de altitude tape, en een bug op de hoogte tape geeft de referentiehoogte.
De geselecteerde luchtdruk wordt onder de hoogte tape weergegeven.
Wanneer een ILS is afgestemd op de actieve NAV radio verschijnt er aan de linkerzijde van de hoogtemeter een verticale afwijking/Glideslope Indicator. Een groene ◊ diamant geeft verticale afwijking (zoals een dalingsbaan naald). De marker beacon annunciations worden getoond aan de linkerkant van de referentiehoogte box.

Hoe wijzig je de Altitude Reference bug instelling?

Draai de ALT knop. De grote knop stelt de duizendtallen in en kleine ALT knop doet dat voor de honderdtallen.

Hoe stel je de hoogtemeter luchtdruk in?

Draai aan de grote BARO knop.

Vertical Speed Indicator

De Vertical Speed Indicator is aan de rechterkant van de hoogte tape. Een wijzer geeft de verticale snelheid van het vliegtuig in honderden voeten.

Horizontale Situatie Indicator

De horizontale situatie indicator (HSI) toont een roterende kompas kaart met de huidige koers van het vliegtuig bovenaan. Een headingbug op het kompas kan worden ingesteld op een gewenste heading, en de gekozen heading verschijnt in een vak aan de linkerkant van de HSI.

Hoe wijzig je de Heading bug instelling?

Draai de Heading Selector knop of Druk op de Heading Selector knop om te synchroniseren met de huidige koers van het vliegtuig.
De gewenste navigatie koers wordt aangegeven door een koerswijzer net als een traditionele HSI. De gekozen koers verschijnt aan de rechterkant van de HSI.
De Koersafwijkingsindicator (CDI) verplaatst zich naar links of rechts van de koerswijzer om de positie van het vliegtuig ten opzichte van de koers aan te geven.

Hoe wijzig je de koers (alleen NAV1 & NAV2)?

Draai de kleine CRS-knop naar de gewenste koers.

Hoe wijzig je de navigatie bron GPS, NAV of LOC?

Drukt u op de functietoets CDI om te schakelen tussen GPS, NAV1, NAV2, LOC1 en LOC2 (als er een geldige frequentie is afgestemd).

Turn Rate Indicator

De Turn Rate indicator bevindt zich boven de roterende kompas op de HSI. Een magenta trend vector geeft de voorspelde heading in zes seconden, afhankelijk van de huidige draaisnelheid. Tick markeringen geven standaard en half-standard-rate bochten.

Inset Map

De INSET Map is een kleinere versie van de navigatiekaart op het MFD. Het bereik kan onafhankelijk van de MFD Map worden ingesteld.

Hoe toon je of verberg je de Inset Map?

Drukt u op de functietoets INSET.

Hoe kan je de schaal van de Inset Map wijzigen?

Om de schaal van de Inzet kaart te veranderen, draai je de PFD Joystick knop.

Buitentemperatuur

De buitentemperatuur wordt weergegeven in graden Celsius in de linkerbenedenhoek van de PFD.

Transponder Status

De geselecteerde transponder code wordt weergegeven in een vak aan de onderkant rechts van de PFD.

Hoe selecteer je een transponder code?

Druk op de functietoets XPDR, druk dan op de functietoets CODE en voer een code via het nummer softkeys of druk op de functietoets VFR om 1200 in te voeren. Druk op de functietoets BACK om terug te keren naar het hoogste niveau.

Local Time

De lokale tijd wordt getoond rechts van de Transponder Status box.

Nearest Airports

Wil je snel navigeren naar een van de luchthavens die het dichtst bij je huidige positie zijn?
Druk dan gewoon op de NRST functietoets en de dichtstbijzijnde luchthavens zullen boven de Transponder Status en lokale tijd te zien zijn.
Rechtstreeks naar een van de dichtstbijzijnde luchthavens navigeren
Drukt nu op de functietoets NRST Draai de FMS-knop om de gewenste luchthaven te markeren en
Druk vervolgens op de Direct-to toets. Het venster Direct-to zal verschijnen. .
Druk tweemaal op de ENT-toets. Druk nu op de functietoets CDI om te schakelen naar GPS-navigatie-modus.

Het Audio Panel

Het FSX-SE G1000 Audio Panel kan je microfoon met headset tussen de COM1 en COM2 radio schakelen en beluister je de audio-identifier van gekozen navigatiebron.

COM MIC /COM-toetsen

Om een actieve bron voor audio zend/ontvangen te selecteren, druk je op de COM1 MIC, COM1, COM2 MIC of COM2 toetsen. MKR / MUTE toets
Om naar een bakenontvanger audio marker te luisteren, druk op de MKR /MUTE-toets. Als de sleutel niet is verlicht, is marker baken audio gedempt.

Aircraft Radio Input toetsen (NAV1, NAV2)

Om naar de navigatie radio audio te luisteren, druk je op de NAV1 of NAV2 toetsen. Wanneer een toets niet brandt, wordt het NAV radio geluid gedempt.

De Multi-Function Display

Engine Indication System (EIS)
Het G1000 EIS wordt weergegeven aan de linkerkant van de MFD en omvat meters, staafdiagrammen en numerieke uitlezing van de motor parameters. De EIS toont alle kritieke motor, brandstof en elektrische gegevens. De indicatoren verschillen per vliegtuig, maar bevatten alle informatie van de traditionele motor en elektrisch systeem meters, zoals:

  • Manifold manometer
  • Snelheidsmeter
  • Fuel Flow indicator
  • Olie Drukindicator
  • Olie Temperatuur indicator
  • Cilinderkop Temperatuur (CHT) indicator
  • Uitlaatgastemperatuur (EGT) indicator
  • Turbine Inlet Temperature (TIT) indicator
  • Hoeveelheid brandstof indicator
  • Voltmeter
  • Ampèremeter

De real-world G1000 bevat ook een Systeem pagina die een numerieke uitlezing van de kritieke motor, brandstof en elektrische aanwijzingen geeft.

Wat kan ik doen met een GPS?

De GPS- component van de G1000 MFD kan u helpen om:
  • te bepalen waar je bent. te bepalen waar je bestemming is.
  • te bepalen hoe je van je huidige locatie naar je bestemming gaat.
  • een grafische afbeelding van het terrein te tonen.
  • informatie over vliegvelden, kruispunten, NDB en VOR te vinden
  • de dichtstbijzijnde luchthaven, kruising, NDB of VOR te zoeken.
  • je direct naar een luchthaven, kruising, NDB of VOR te leiden.
  • een VFR of IFR vluchtplan te volgen.
  • instrument procedures te vliegen.
  • je kennis te geven van het luchtruim in je omgeving.

MFD Pagina Groups

De GPS/navigatie informatie die op de MFD verschijnt, wordt gepresenteerd op pagina’s. Je kunt slechts één pagina tegelijk bekijken. Sommige pagina’s zijn onderverdeeld in groepen van gerelateerde pagina’s, de zogenaamde paginagroepen. Denk bij paginagroepen aan hoofdstukken in een boek en bij pagina’s aan de pagina’s binnen elk hoofdstuk.

Er zijn drie paginagroepen gemodelleerd in de Flight Simulator G1000.
De Map (MAP) paginagroep bevat:

  • Navigation Map page

De Waypoint paginagroep bevat:

  • Airport Information page
  • Intersection Information page
  • NDB Information page
  • VOR Information page

De Nearest paginagroep bevat:

  • Nearest Airports page
  • Nearest Intersections page
  • Nearest NDB page
  • Nearest VOR page
Navigeren in de Pagina’s

Om door de pagina’s van de MFD te bladeren, moet je de FMS knoppen gebruiken. De rechter benedenhoek van elke pagina geeft een grafische indicatie van paginagroep en de pagina binnen die groep, die geselecteerd is. Bovendien wordt de geselecteerde paginagroep en pagina weergegeven boven de MFD. Je zult ook de volgende toetsen gebruiken als je met de MFD pagina’s werkt.

  • Druk op de CLR toets om de informatie te wissen of te cancellen.
  • Houdt de CLR toets vast om altijd naar de default navigatiepagina te gaan.
  • Enter toets: druk wanneer je een menuselectie accepteert of een data entry.
  • Druk op de menuknop om context gevoelige opties te zien.
  • Gebruik de Cursor: wanneer de cursor oplicht, heb je toegang tot de verschillende vensters. Je kan dan met behulp van de kleine en grote FMS knoppen en de ENT en CLR toetsen de gegevens invoeren in deze vensters.
    De volgorde
  • Druk op de kleine FMS knop om de cursor zichtbaar te maken.
  • Gebruik dan de grote FMS knop om door de lijst te scrollen.
  • Draai met de grote FMS knop en geef daarna met letters en cijfers bij de aangegeven cursor.
  • Gebruik je toetsenbord om gegevens in te tikken
Met behulp van de navigatiekaart pagina:

De navigatiekaart pagina is de standaard MFD pagina en beschikt over een grote bewegende kaartweergave. Deze weergave toont:

  • Luchthavens, luchtruim, navaids en land data.
  • Een pictogram voor de huidige positie van het vliegtuig
  • De koers van het vliegtuig
  • Om de schaal van de navigatie map te wijzigen gebruik je de MFD Joystick
  • Om de topografische informatie te zien gebruik je de MAP softkey en de TOPO toets
  • Om traffic op de navigatiemap te zien, gebruik je de MAP toets en de Traffic toets

Direct-to Navigation

De G1000 biedt een snelle methode voor het instellen van een koers naar een waypoint: een luchthaven, VOR, NDB, of kruising. Zodra een Direct-to commando wordt geactiveerd, zal de G1000 een point-to-point koerslijn vaststellen van uw huidige positie naar de geselecteerde bestemming. De Navigation statusbalk aan de bovenkant van de PFD zal koersbegeleiding laten zien totdat er een nieuwe bestemming wordt geselecteerd. De CDI zal (wanneer de GPS is geselecteerd) de directe koers naar het volgende waypoint aangeven.

Behalve om een bestemming te selecteren door identificatie, kan je ook de luchthavens, VOR’s en NDB’s bij het object selecteren met de Direct-to pagina. Je kunt ook een Direct-to bestemming uit een lijst met de dichtstbijzijnde airports selecteren.

Hoe het werkt:
  • Druk op de Direct-to knop
  • Draai aan de grote FMS knop om de Identifier (IDENT, FACILIT, CITY, Flight PLan (FPL/NRST WAYPOINTS)) te kiezen
  • Gebruik de FMS knop om de gewenste bestemming in te geven en
  • Druk dan 2x op ENT om de Direct-to te activeren.

Hercentering de CDI needle.

Wanneer je navigeert naar een waypoint met behulp van Direct-to en van koers raakt, kan de Direct-to-functie ook worden gebruikt om opnieuw de CDI naald te centreren en verder te gaan naar dezelfde waypoint.
Om de CDI opnieuw in te stellen, druk je op de Direct-to knop gevolg door 2x de ENT knop Op de Direct-to waypoint pagina wordt altijd de dichtstbijzijnde luchthavens (t.o.v. je huidige positie) in het NRST veld weergegeven. Direct navigeren naar een nabijgelegen luchthaven is slechts een paar eenvoudige stappen.

Direct to Shortcuts

Shortcuts zijn beschikbaar bij gebruik van de Direct-to toets, zodat je het gebruik van de FMS knoppen om identificatie van de bestemming waypoint te voeren, kunt omzeilen. Je kunt een Direct-to cursor vanaf elke pagina weergeven van een enkele waypoint identifier (zoals de WPT’s voor luchthavens en navigatiehulpmiddelen) door gewoon op de Direct-to toets en vervolgens op de ENT toets twee keer te drukken.
Voor pagina’s die een lijst met waypoints (bijvoorbeeld de dichtstbijzijnde luchthaven pagina) weergeven, moet je het gewenste waypoint met de cursor selecteren voordat je op de Direct-to toets drukt.
Nog een tip: zodra je slechts een letter of cijfer ingevoerd hebt in een gegevensveld, kan je de rest van het woord te typen op het toetsenbord in plaats van om de FMS knoppen draaien.

Active Flight Plan Page

Als je een VFR of IFR flight plan maakt met behulp van de Flight Planner, zal Flight Simulator automatisch het vliegplan laden in de GPS en het plan activeren voor gebruik in navigatie. De Active Flight Plan page biedt informatie over het actieve vliegplan of een Direct-to navigatie koers.

Opmerking: Je kunt vliegplannen niet direct te creëren in de Flight Simulator G1000. In plaats daarvan moet je de FSX-SE de Flight Planner gebruiken. Het vliegplan laadt automatisch in de GPS en wordt geactiveerd voor gebruik. Met een geactiveerde Direct-to koers of vliegplan geladen, toont de Active Flight Plan pagina elke waypoint van het vliegplan (of een enkele waypoint voor een Direct-to), samen met de gewenste track (DTK) en afstand (DIS) voor elke etappe.
Op de Active Flight Plan pagina kan je iedere leg als de actieve etappe binnen het actieve vliegplan selecteren, met behulp van de MENU-toets. (de leg, die momenteel wordt gebruikt voor navigatie begeleiding)

OBS

Deze toets wordt gebruikt om de automatische opeenvolging van waypoints in een vliegplan op te schorten en te maken. Door op de OBS toets te drukken, wordt de waypoint-volgorde opgeschort, houdt je de momenteel actieve heading naar waypoint als uw navigatie referentie, en voorkomt dat de GPS naar het volgende waypoint gaat. Een SUSP bericht verschijnt direct boven de OBS-toets. Wanneer je OBS annuleert, hervat de automatische waypoint opvolging en de GPS selecteert automatisch het volgende waypoint in het vliegplan zodra het vliegtuig de actieve waypoint kruist.

Instrument Vliegen met de G1000

Je kan je voorstellen dat het G1000 instrument vliegen het vliegen tot een veel veiliger en plezierige ervaring maakt. Een grondige bespreking van de G1000 de IFR mogelijkheden valt buiten het bestek van dit artikel.
Als je meer wilt weten:

  • Bezoek [link] en download de real-world G1000 handleidingen (gratis).
  • Bezoek [link] voor artikelen over alle aspecten van vluchtsimulatie, met inbegrip van procedures instrument en vliegen met de G1000.
  • Lees Met behulp van de GPS, waarin wordt uitgelegd hoe je kleine broertje van de G1000 is, de GPS 500, te gebruiken voor zowel VFR en IFR vliegen.

Doe het rustig aan

Als je een beetje duizelt door alles wat er te leren is over de G1000, is er een geheim: je hoeft niet te weten hoe je alles moet doen om de G1000 effectief te gebruiken. Dus kies een kist die met G1000 uitgerust is en ga vliegen.
Begin langzaam en probeer eerst om het Primary Flight Display (PFD) en het Engine Indicatie System (EIS) te gebruiken op een eenvoudig VFR vlucht. Zodra je comfortabel kan vliegen met een glazen cockpit, begin dan te spelen met de MFD, het verkennen van de paginagroepen en pagina’s, en begin dan eerst met het gebruik van de Direct-to navigatie. Daarna ga je verder met de planning van langere vluchten met de Flight Simulator vluchtplanner en vlieg het plan met behulp van de G1000.

Overview PMD en EIS Panels


SteamSolo.com